Onderwerp: LIVE
24 Februari '06 - 23:37
Don Byron's 'Ivey Divey' - Een passend eerbetoon aan Lester Young
Door René de Hilster, Foto's Hans Speekenbrink (klik voor vergroting)
In april 1946 nam Lester Young in Hollywood een negental stukken op met pianist Nat 'King' Cole en drummer Buddy Rich. Een tamelijk afwijkende bezetting omdat de in jazzmuziek zo belangrijke bas ontbreekt. Tot op heden is dit 'mysterie' over de niet aanwezige bas niet opgehelderd. Het kan natuurlijk ook een bewuste keuze zijn geweest van producer Norman Granz.
Bovenstaande trio opnamen diende als inspiratie voor het trio Ivey Divey van rietblazer Don Byron. Ook hier weer geen bassist en eigenlijk is dat in beide gevallen erg jammer. Beide trio's hadden als kwartet (dus met bassist) veel meer zeggingskracht kunnen hebben
De rol van de bas wordt in beide trio overgenomen door de pianist. Nat King Cole doet dat vooral middels het spelen van stride piano, walking chords en het spelen van basloopjes met de linkerhand. Jason Moran, de pianist van Ivey Divey, gebruikt die technieken ook maar vult ze aan met zware akkoorden met de linkerhand en in het laag gespeelde clusters. Ook de drummers van beide trio's pakken hun rol verschillend aan. Buddy Rich speelt rechttoe rechtaan met de basdrum in vieren (elke tel een klap op deze trommel), de hihat op de twee en de vier en een strakke beat op het ride cymbal of met brushes. Ivey Divey drummer Billy Hart legde het accent meer op kleurend spel en speelde heel subtiel allerlei ritmische patronen op de achtergrond.
Al is de instrumentatie en het repertoire (deels) gelijk, er zit een wereld van verschil tussen beide trio's Ivey Divey had duidelijk de Lester Young uitspraak 'I try not to be a repeater pencil' hoog in het vaandel staan.
Ivey Divey speelde woensdag 22 februari 2006 twee sets in een behoorlijk vol Bimhuis.
De eerste, wat korte, set opende met Somebody loves me. Het trio zat er niet meteen goed in. Het klonk allemaal wat rommelig en ik had het idee dat er drie individuen op het podium aan het werk waren die, ieder verdiept in hun eigen ding, vergaten om te proberen er samen iets van te maken. Op zichzelf staand waren de muzikale verrichtingen van de trio leden indrukwekkend. Don Byron heeft een hele mooie toon op klarinet en heeft een fabelachtige techniek die hij inzet in dienst van de muziek, harmonisch en melodisch is zijn spel ook puntgaaf. Op de tenorsax vind ik zijn toon wat minder aanspreken. Jason Moran is een pianistische alleskunner. Bij hem komen alle pianostijlen voorbij, van Fats Waller tot Cecil Taylor, erg indrukwekkend. Moran is een zeer alerte begeleider en een inventieve solist. Drummer Billy Hart is de veteraan van dit trio. Hart kan nog wel eens hard spelen, maar in deze setting speelde hij heel subtiel en wist het plaatje mooi in te kleuren. De man heeft een ongelofelijke power en drive in huis die hij in dit concert goed wist te doseren.
Het tweede stuk was Body and Soul waarvan overigens het thema niet echt werd gespeeld. Het trio speelde hier wel goed samen. Een overtuigende klarinetsolo en een spannende pianosolo waren hiervan het resultaat.
De rest van de set was aan John Coltrane gewijd. Giant Steps, met Byron op tenor, klonk wat moeizaam, al maakte de lange solo van Billy Hart een hele hoop goed. Het hoogtepunt van de set was Bessie's blues. Met Byron weer terug op klarinet gaf het trio een lesje in jazzgeschiedenis. Beide stukken zijn natuurlijk nooit door Lester Young gespeeld, al ben ik wel reuze benieuwd wat hij met een stuk als Giant Steps zou hebben gedaan Maar helaas, daar zullen we nooit achter komen.
De tweede set opende met het aloude I've found a new baby. Opvallend was de drive waarmee gespeeld werd. Heel anders dan in de eerste set, waarin alle stukken een ritmisch open karakter hadden. Na dit swingende werkje verliet Billy Hart het podium om Don Byron en Jason Moran de gelegenheid te geven zich te kunnen uiten als duo. Zij speelde het mooi gedragen Himm, een compositie van Don Byron. Billy Hart kwam weer terug en Don Byron pakte zijn tenor om zich met volle vaart in Cherokee te storten. Weer vielen de drive en swing op. Voor uw recensent was dit het (helaas) het laatste nummer, treindienstregeling dwongen zijn vertrek af.
Een concert met een wat moeizame bezetting maar vooral na de pauze viel alles toch op zijn plaats. Ivey Divey is zeker de moeite waard ook omdat er m.i. te weinig aandacht aan de muziek van Lester Young wordt gegeven, deze grote tenorsaxofonist was een voorbeeld voor bijvoorbeeld Charlie Parker en krijgt daar niet echt de credits voor.. Buiten zijn muzikale prestatie was Young een heel bijzonder mens en had ook een eigen taalgebruik. Young is de uitvinder van uitdrukkingen als Cool en Dig. Ook Ivey Divey is een uitdrukking van Lester Young, hij gebruikte deze uitdrukking als acceptatie van het vernemen van enige tegenslag.
Bezetting:
Don Byron - klarinet, sax
website
Jason Moran - piano
website
Billy Hart - drums
Luistertips:
Don Byron - Ivey Divey
Lester Young - The complete Lester Young studio sessions on Verve
Aantal woorden: 878 woorden.
Onderwerp: VERWACHT
23 Februari '06 - 23:22
Bernlef & Guus Janssen Sextet in Vrije Geluiden
Bron: VPRO, foto's Hans Speekenbrink (klik voor vergroting)
Guus Janssen schroeft de West-Coast Jazz weer in elkaar. Hoe passen een hard boppende fagot, een elastieken hoorn en een brandende klarinet in deze constructie? En wat doen bas en drums aan de oostkust?
In de 'Hollywood O.K. Pieces' geven zes musici vanuit een huidig perspectief commentaar op de diverse experimenten die in de jaren vijftig van de vorige eeuw ondernomen werden om bruggen te slaan tussen jazz en klassieke muziek. Bekende musici als Shelly Manne en Jimmy Giuffre maar ook obscure namen als hoornist John Graas en Lyle Murphy waren daarmee bezig. Dit vond vooral plaats aan de Amerikaanse westkust,waar veel van de musici ook in de filmmuziekstudio's van Hollywood werkten. Dat verklaart de titel van het project. De muziek valt op door eigenzinnige instrumentaties en bizarre vormverkenningen. Intimiteit en kleur naast zacht zoevende vertekening en onderhuidse ontwrichting zijn sleutel-begrippen.
Lees meer
Aantal woorden: 347 woorden.
Onderwerp: LIVE
21 Februari '06 - 23:22
Conference Call; het gevaar van ongestructureerdheid
Door René de Hilster Foto's Job Groot (onder) en Fred van Wulften (boven)
(klik foto's voor vergroting)
Er waren maar weinig mensen op het concert van Conference Call in her
Bimhuis afgekomen. Onbekend maakt onbemind? Toch herbergt deze groep enkele bekende namen uit de New Yorkse jazz scene als Joe Fonda en pianist Michael J. Stevens. Of lag het aan de moeilijkheidsgraad van de muziek van Conference Call. De muziek van deze coöperatieve groep is niet altijd even makkelijk in het gehoor liggend en kent een hoog energie gehalte waardoor je als luisteraar snel vermoeid kan raken, maar voor de reguliere Bimhuis bezoeker moet de muziek van Conference Call toch niet al te vreemd in de oren klinken.
Wij Jazzkenners willen altijd graag vergelijkingen trekken en ik zal u dan ook de mijne niet besparen. De groep deed mij qua sound en energie erg denken aan het American Quartet van Keith Jarrett (de bezetting met Dewey Redman, Charlie Haden en Paul Motian) en het late Coltrane quartet (met Alice, Jimmy Garrison en Rashied Ali) maar ook de laatste versie van het Miles Davis quintet (de bezetting met Chick Corea, Dave Holland en Jack DeJohnette) klonk door in het spel van het viertal.
Het quartet speelde twee sets met louter eigen werk, bijna alle stukken liepen in elkaar over en werden ook niet nader toegelicht of aangekondigd. De namen van de stukken blijf ik u dus schuldig. Anderzijds moet ik bekennen dat alle stukken qua opbouw en structuur redelijk op elkaar leken waardoor soms moeilijk te horen was of het quartet alweer aan een nieuw werkje begonnen was. In feite waren er twee varianten: De eerste was: een mooi sereen begin, wat langzaam werd opgebouwd en via energieke improvisaties uitkwam in een vrij collectief waarna het serene thema weer wederkeerde. De tweede variatie bestond uit dezelfde opbouw alleen was het thema een combinatie van veel noten en tegendraadse ritmes. De meeste stukken waren opgebouwd rond een ostinato baspartij, vakkundig gespeeld door Joe Fonda. Fonda (1954) was de drijvende kracht binnen de groep. Als bassist deed hij mij erg denken aan Charles Mingus. Wat hij ook gemeen had met Mingus was het aanwijzingen schreeuwen naar zijn medemuzikanten, vooral drummer George Schuller (1958) moest het (terecht) ontgelden. Deze zoon van componist/arrangeur en dirigent Gunther Schuller sloeg er regelmatig flink naast en was m.i. de zwakke schakel in de groep. De andere sterke man binnen Conference Call was de Duitse rietblazer Gebhard Ullman (1957) vooral zijn tenorsound was prachtig, hij produceerde een geluid waarin te horen was dat hij goed naar David Murray en Archie Shepp heeft geluisterd. Verder heeft deze man een hele berg techniek in huis waarmee hij alles kan van overblazen tot dubbeltonen en dat in alle registers. Ook op basclarinet leunt hij behoorlijk tegen David Murray aan. Pianist Michael J. Stevens (1951) maakte op mij wat minder indruk. Vakbekwaam en luisterde goed maar ik heb van zijn kant geen echte verrassende dingen gehoord.
In het samenspel leken de heren af en toe nog te moeten zoeken naar elkaar maar dit kan ook komen doordat iedereen druk aan het lezen was. Opvallend was ook de Europese sound van de toch geheel Amerikaanse ritmesectie.
Samenvattend was het concert van Conference Call lang niet slecht en kende heel mooie momenten maar was soms vermoeiend door de lange, soms ongestructureerd klinkende, collectieve improvisaties die in elk stuk weer voorbijkwamen. Bassist Joe Fonda en rietblazer Gebhard Ullman zijn namen om in de gaten te houden.
Bezetting:
Gebhard Ullman - riet
website
Joe Fonda - bas
website
Michael Jefry. Stevens - drums
website
CD's:
Spiralís The Berlin Concert ñ (482 music)
Variations on a master plan ñ (Leo Records) Han Bennink drums
Final Answer ñ (Soul Note) Matt Wilson drums
Aantal woorden: 680 woorden.
Onderwerp: LIVE
20 Februari '06 - 22:59
Rob Agerbeek trio & Sjoerd Dijkhuizen in De Tobbe Voorburg
Door René de Hilster Foto's van Elvin P. van der Molen (klik voor vergroting)
Het leek wel of heel jazzminnend Den Haag was uitgelopen voor het concert van Rob Agerbeek in het altijd zeer gezellige en gemoedelijk Voorburgse stadstheater De Tobbe. (Voor diegene die niet weten waar Voorburg ligt, deze satellietstad van Den Haag ligt ten noorden van de hofstad.) Het was dus lekker vol in Foyer en de stemming zat er van meet af aan goed in.
Naast Rob Agerbeek speelde Rob's vaste drummer Ben Schröder en bassist Peter Bjornhild met als gast tenorsaxofonist Sjoerd Dijkhuizen.
De eerste set werd geopend met een snelle uitvoering van 'Old Devil Moon'. Nog zonder gastsolist ging het trio voorvarend van start en liet Rob Agerbeek horen waarom hij tot de kopgroep van de Nederlandse pianisten behoort. Rob Agerbeek (1937) heeft een aangeboren blues gevoel en dat gecombineerd met een uitstekend harmonisch bewustzijn en goede timing maken hem een compleet pianist. In zijn spel slaat hij een brug tussen blues, swing en bebop maar ook oudere jazzstijlen komen langs. Op zich natuurlijk niet vreemd want Rob Agerbeek heeft een lange staat van dienst. Ooit begonnen als Boogie Woogie pianist kwam hij via diverse invloeden terecht bij de bebop en de hardbop. In zijn carrière heeft hij veel verschillende dingen gedaan en speelde onder andere met Dexter Gordon, Ben Webster, Don Byas, Nelson Williams, Art Blakey en Teddy Edwards maar ook met de Dutch Swing College band. Rob heeft een duidelijke eigen sound waarin natuurlijk wel een aantal invloeden te herkennen zijn, zoals Horace Silver (linkerhand) , Bobby Timmons en Ray Bryant.
Na de pianosolo was het de beurt aan Peter Bjornhild om te soleren. Deze bassist uit Denemarken onderstreepte weer eens dat het lyrische basspel vooral in de Scandinavische landen hoogtij viert. Daarna was het de beurt aan Ben Schröder (1955) om te soleren. Ben Schröder is al jaren de vaste drummer van het trio en past qua sound en benadering beter in het concept dan zijn voorganger Erik Ineke. Ben Schröder is geen flitsende techniek showende drummer maar kenmerkt zich door goed luisteren, aanvullen waar nodig en soepel swingend drumwerk.
Na een tweede triostuk kwam Sjoerd Dijkhuizen erbij en kon het feest echt beginnen. Het eerste kwartet stuk was Fried Bananas van Dexter Gordon gebaseerd op het schema van It could happen to you. De tenorsound van Sjoerd wortelt diep in de betere Blue Note traditie en speciaal Dexter Gordon kwam duidelijk in zijn spel naar boven, inclusief de lekker luie timing en het grote Dexter geluid. Behalve het uitstekende solowerk van Sjoerd Dijkhuizen viel vooral het begeleidende trio op. Als ritmesectie voor een solist dienen lijkt hun roeping te zijn en zij stuwde Dijkhuizen dan ook naar grote hoogten. Na dit smakelijke gerecht ging het kwartet op dezelfde wijze verder met you stepped out of a dream, These foolish things, de basfeature F.S.R. (For Sonny Rollins) van Ray Brown en als laatste stuk van de eerste set Speak Low. Het gekozen repertoire is nooit opzienbarend bij een blowing session als deze. Maar dat is ook van ondergeschikt belang. Men put uit het omvangrijke repertoire van standards en bekende jazzcomposities en kiest daarbij voor de stukken waar iedereen wat mee kan. Voor de luisteraar is dit vaak ook het feest der herkenning.
De lange tweede set begon met een trio versie van de Wayne Shorter klassieker Footprints. Voor het tweede stuk kwam Sjoerd Dijkhuizen er weer bij en waagde het kwartet zich aan Birk's Works, een mineurblues van John Birks 'Dizzy' Gillespie. Dit was zonder meer het hoogtepunt van de avond. Het kwartet bevond zich hier duidelijk in 'the zone' (een soort muzikale trance waarin alles op zijn plaats valt. Nog een hoogtepunt van de set was de ballad Old Folks met god opgebouwde en dynamische solo's van Sjoerd Dijkhuizen en Rob Agerbeek. Na Some Other Blues van John Coltrane, Driftin' van Herbie Hancock en het onvermijdelijke rhythmschema (het akkoordenschema van I got rhythm) dit maal in de vorm van C.T.A. van Jimmy Heath kwam er een einde aan de lange set. Voor het enthousiaste Tobbe publiek nog niet lang genoeg. Waar normaal een toegift wordt afgedwongen middels hard geapplaudisseer en gestamp doet men dit in De Tobbe anders. Daar zingt het publiek uit volle borst Blues March zodat de optredende groep niets ander kan doen dan dit stuk dan ook maar te gaan spelen. Hetgeen geschiedde.
Een swingend concert in een gezellige ambiance. Paul Beijerling, (jazz)programmeur van De Tobbe, organiseert in het seizoen om de veertien dagen een concert in dit theater. Het loont zeker de moeite waard om daar eens langs te gaan.
Website van De Tobbe
Aantal woorden: 859 woorden.
Onderwerp: LIVE
19 Februari '06 - 16:24
John Scofield & Metropole Orkest in Muziekgebouw aan 't IJ
Door Mieke Kreunen met foto's van Hans Speekenbrink (klik voor vergroting)
Nadat we
John Scofield op woensdag hadden gezien op een klein informeel podium, gingen we twee dagen erna ervaren hoe het is als de grote meester zich laat begeleiden door een professioneel pop- en jazzorkest: het
Metropole Orkest. Dit unieke orkest beschikt niet alleen over een complete bigband maar ook nog over een symfonische strijkersectie, -waaronder bekende jazz-violist Herman van Haaren (foto)- en daarmee bestrijken ze - letterlijk - een zeer breed terrein in de muziek. Sinds enkele maanden staat
Vince Mendoza voor dit orkest met de ambitie om het nog hoger op te stuwen in de vaart der volkeren. Vince Mendoza en John Scofield komen allebei uit Conneticut en ze kennen elkaar ook al van een eerder moment in beider muzikale carrière. Er werden tijdens het concert wat grapjes gemaakt over de tijd toen de jonge Mendoza nog aankomend verkoper was in een onderbroekenwinkel in zijn geboorteplaats en alleen nog maar vol bewondering kon opkijken naar Scofield.
John Scofield is - zoals we van de week al schreven - één van de grote namen uit de jazzmuziek. Hij speelde met Miles Davis, Gerry Mulligan, George Duke, Billy Cobham en wat recenter ook met Dennis Chambers. Hij heeft een heel eigen stijl van gitaarspelen waarin de invloeden van rock en funk duidelijk te horen zijn, net als zijn grote voorliefde voor de saxofoon. Hij zegt zelf (in een
interview in 2002) dat het spelen met het ritme zoals hij dat doet, geïnspireerd is door de manier waarop saxofonisten de muziek 'open breken' en expressie brengen in de muziek of zelfs de rol van een zanger op zich nemen. Scofield's favorieten in de jazzmuziek zijn Wes Montgomery en Jim Hall maar hij is desondanks mening dat de innovaties van de gitaarmuziek voornamelijk afkomstig zijn uit de rock van muzikanten zoals Jimmi Hendrix of Jeff Beck.
Op het programma van het concert in het Muziekgebouw aan 't IJ stonden naast drie composities van Vince Mendoza en één van Maria Schneider maar liefst acht werken van Scofield op het programma. De hele week ervoor was al gerepeteerd maar toch leek het alsof Scofield er nog een beetje in moest komen tijdens de eerste paar nummers. Voor iemand die gewend is te improviseren in een kleinere setting is de context van een groot orkest, waar ook noten gelezen moet worden, natuurlijk wel heel iets anders. Scofield zegt zelf: "Very different but wonderful to play within the sound of one of the greatest bands ever". Al snel daarna liet Scofield zich meevoeren op de schitterende arrangementen van Vince Mendoza en Jim McNeely en was de click dáár vooral in uptempo composities zoals 'Imaginary Time', 'Polo Towers' en het schitterende 'Peculiar' (dat heel origineel begon met een tubasolo).
Na de pauze werd er een grote variatie aan nummers gespeeld, waaronder 'You bet' van Scofields album 'Grace under pressure' dat werd gespeeld door Scofield, alleen begeleid door de drums van Martijn Vink (zie foto midden boven) en contrabas. Het hoogtepunt van de avond vond ik het nummer 'Twang' dat ook in een relatief kleine bezetting werd gespeeld en uitmondde in een feestje voor twee gitaren van John Scofield en
Peter Tiehuis (foto midden). Volgens mij vergat Scofield even het hele orkest en de hele grote zaal die nagenoeg vol zat en ging helemaal op in dit spannende duel met zijn Metropole Orkest collega, die zich een waardig opponent toonde. Verschillende leden van MCO kregen de kans om te soleren, behalve Tiehuis waren dat ook Leo Janssen - tenor-, sopraan sax (foto links) en Ruud Breuls - trompet (foto rechts)
Het nummer Carlos - opgedragen aan alle Carlossen die Scofiel kent - was een passende finale voor dit schitterende concert dat zich absoluut niet liet vergelijken met de privat sessie van een paar dagen ervoor maar zeker niet minder fenomenaal was. Ik vond het alleen jammer dat ik Scofield vanaf mijn plaats niet zo goed kon zien - ingebouwd als hij was door de orkestleden - want zijn mimiek tijdens het spelen is geweldig om te zien. Wat dat betreft was Hans beter af want die stond op het podium te fotograferen.
De kersverse nieuwe manager van het Metropole Orkest Bastiaan de Koning overhandigde ons in de pauze zijn visitekaartje, maar wat ons betreft was zijn echte visitekaartje dit geslaagde evenement!
Het concert wordt op maandag 13 en 20 maart op Radio 4 uitgezonden van 24.00-01.00 uur. Verder wordt op donderdag 16 maart na 23.00 uur op Radio 4 aandacht besteed aan het werk van John Scofield door NPS Radio.
Muziekgebouw aan het IJ
website
John Scofield -
website
Metropole Orkest -
website
Vince Mendoza -
website
Meest recente DVD en CD
Aantal woorden: 870 woorden.
Onderwerp: LIVE
18 Februari '06 - 23:25
The New Quartet Meets, Martijn Vink in de Batcave van 013
Door Floris de Moel. Foto's Ellen van Geel (klik voor vergroting)
“The New Quartet Meets” is de maandelijkse Jazz avond in het
Tilburgse 013, iedere derde woensdag van de maand nodigen zij een nieuwe gast uit om met hen het podium te delen.
The New Quartet is in maart 2005 opgericht met als doel het produceren van een nieuwe sound voor een jong publiek. The New Quartet bestaat uit Joris Posthumus op alt saxofoon, Jacob Bedaux op Piano, David Vandermaesen op drums en Jurriaan Dekker op contrabas. Ze hebben in korte tijd een nieuw repertoir aan nummers geschreven met een geheel eigen sound, rauw, intens en dynamisch.
Maar voor het zover was eerst het voorprogramma van vanavond, het David Vandermaesen Quartet. Zij speelde een afwisselende set van moderne jazz waarin, naast Jurriaan Dekker bas, Onno Govaert drums en Marijn van der Linden op gitaar, vooral het vibrafoonspel van david een belangrijke rol was toebedeeld. Tijdens het optreden van deze vier heren stroomde The Batcave langzaam maar zeker helemaal vol. Ik denk dat dit concept van een maandelijkse jazz avond in de toekomst ook in de kleine zaal van 013 een kans van slagen heeft.
Tussen de live optredens door zorgde de RundFunk DJ’s voor heerlijke achtergrond muziek. Zij wisten een goede sfeer neer te zetten en wisselde de muziek af van Acid-Jazz tot oude Soul.
Dan het optreden van De New Quartet deze avond. Deze maand valt het de beurt aan drummer Martijn Vink, hij gaat David Vandermaesen vanavond vervangen. Martijn heeft in binnen en buitenland zijn sporen al meer dan verdiend. Op het Blue Note Festival van 2005 in Gent heeft Martijn gedrumd in de band van zanger Joost Zweegers (Novastar) voor een ode aan Chet Baker, met de gelegenheidsformatie "De Frisse Wind" en in het fameuze 'Brussels Jazz Orchestra'. Hij is te zien en te horen op de Munich Records DVD van Martijn van Iterson en drummer in het Jesse van Ruller Trio. Maar vooral is hij drummer van Het Metropole Orkest, waarmee hij enkele dagen later John Scofield zal begeleiden. Daarnaast is hij jaren de drummer geweest van het New Cool Collective, wat hij (helaas) wegens tijdgebrek heeft moeten opgeven. Martijn stond al een tijdje op het verlanglijstje van Jurriaan om samen met hen te musiceren.
Naast Martijn Vink is ook Pianist Jacob Bedaux er vanavond niet bij, hij kan vanwegen een schouderblessure niet spelen. Hij wordt vanavond vervangen door pianist
Randal Corsen. Jurriaan geeft in een korte inleiding gekscherend aan dat het vanavond The New Duo is met als gasten Martijn Vink en Randal Corsen. In de inleiding geeft Jurriaan ook aan dat het programma boekje van 013 een collecters item gaat worden. De mensen van 013 hadden “gegoogled” op de naam Martijn Vink en waren uitegkomen op de naamgenoot die (zeker niet onverdienstelijk) cello speelt in verschillende kamermuziek ensembles. Zijn biografie hadden ze in het programma boekje verwerkt.
Al vanaf de eerste tonen is duidelijk dat er grote klasse op de buhne staat. Een mooi vol en warm geluid, erg technisch en een goede timing en afwerking. Het viertal speelt een erg afwisselende set, technisch hoogstaand en voor alle instrumenten was ruimte voor solo’s. Er was duidelijk interactie tussen het publiek en de muzikanten, het enthousiasme van het publiek wist het spel van de heren op het podium alleen maar ten goede te komen.
Kortom een geweldig optreden van deze gelegenheids formatie.
Bezetting David Vandermaesen Quartet:
David Vandermaesen – Vibrafoon
Marijn van der Linden – Gitaar
Jurriaan Dekker - Bas
Onno Govaerts – Drums
Bezetting New Quartet:
Joris Posthumus – Altsaxofoon
Randal Corsen – Piano
Jurriaan Dekker – Bas
Martijn Vink – Drums
Aantal woorden: 643 woorden.
Onderwerp: LIVE
18 Februari '06 - 15:32
Rock Jazz met Larry Coryell, Victor Bailey en Lenny White
Door Marco Raaphorst. Foto's Hans Speekenbrink (klik voor vergroting)
Rock Jazz, dat is het. Of beter gezegd, dat was het. Het trio Larry Coryell, Victor Bailey en Lenny White speelde in een redelijk gevulde
Boerderij en deed z'n best om lekker dynamisch haar publiek te verwennen op electrische jazz.
Victor Bailey, de troonopvolger van Jaco Pastorius in Weather Report, begon met een grapje "What's that smell?", referend aan de Nederlandse wietdampen. Na dit grapje ging het trio direct over op het serieuze werk, toch waren de blikken van de heren behoorlijk ontspannen. Ach eigenlijk logisch ook want we hebben hier te maken met een trio muzikanten die haar sporen aan alle kanten wel bij elkaar verdiend heeft. Zo speelde gitarist Larry Coryell met onder andere Charles Mingus, Billy Cobham, Chick Corea en John McLaughlin. Drummer Lenny White heeft ook met alle grote goden uit de jazz gespeeld. Ik noem een Miles Davis (plaat: Bitches Brew), een Gil Evans, een Jimmy Smith, een Ron Carter, maar waarschijnlijk is hij nog het meest bekend door zijn werk met Rock Jazz pioneers Return To Forever, een band opgericht door toetsenist Chick Corea.
Zo dan, jazeker, de heren kunnen spelen. En hoe! Lowblow van Bailey klonk waanzinnig. Het enige nummer waar Bailey in zong. Prachtige Afrikaans-klinkende riffs afgewisseld met losse improvisaties. Bailey, een veelzijdig bassist, technisch onwaarschijnlijk goed, in staat om heel dynamisch de muziek van laag te voorzien. Hoewel hij ook graag hoog op de hals, melodisch aanvullingen maakt. Ook pakte Bailey er regelmatig wat accoorden bij. Een man uit de school van Jaco die toch z'n eigen gang is gegaan. In tegenstelling tot Jaco speelt Victor met frets. Wel opmerkelijk dat hij een 4-snarige bespeeld, in zo'n klein trio zou je misschien eerder een 5-snarige bas verwachten om nog dieper laag te kunnen produceren en een voller geluid te maken. Het maakte niets uit, want het klonk geweldig.
Lenny White kondigde 'An old English traditional' aan. Zwaar aangezette riffs die mij bekend in de oren klonken. Led Zeppelin's Black Dog, dat was het. In een geweldige uitvoering. De heren gingen diep en zwaar te keer. White heel erg gefocussed, Bailey totaal ontspannen, Coryell met de ogen dicht. White speelde trouwens mooi dynamisch, iets wat natuurlijk bij een trio erg goed van pas komt omdat je daarin ook echt de kans krijgt om creatief om te gaan met de dynamiek, ruimte en rust. White liet mooie stiltes vallen en speelde soms slechts een beetje hihats ter aanvulling. Van die heerlijk hihats, syncopische dingen. Subliem spel zonder meer!
Ook een typische jazz klassieker, Black Orpheus, kreeg een prachtige uitvoering. Coryell op acoustische gitaar, hoewel hij het meeste tijdens het optreden op een Fender Stat speelde. In Black Orpheus, White met kwasten, speelden Bailey en White een Bossa achtig ritme waarbij Bailey af en toe heel eenvoudig Surdo-imitaties op de bas speelde, en heel subtiel welliswaar. Over zo'n basis is het natuurlijk makkelijk soleren. Coryell was ook erg op dreef en vulde de beide heren mooi aan met vooral kraakhelder spel. Evenals zijn geluid, overigens. Zowel de acoustische stukken als de stukken die Coryell met de Fender Strat speelden, klonken kwa geluid erg helder. Een echt 'blote billen geluid'; een fout en je bent de sigaar. Maar fouten werden er niet gemaakt, hooguit een paar piepkleine slippertjes. Wat ik wel een beetje miste af en toe is het puur simpel gieren met de gitaar, zoals bijvoorbeeld een Mike Stern of John Scofield dat zo goed kunnen. Larry kan het ritme lekker 'basic' houden en strak doorspelen, maar in z'n solo's speelt hij veelal mooie solo's met mooie noten zonder diep in de blues of rock te duiken. Een kwestie van smaak.
De fans die onverzettelijk op hun ingenomen plekje voor het podium bleven staan, lieten in de Boerderij goed van zich horen. De heren werden verwend op goeie respons. Coryell liet zich na de toegift Born Under a Bad Sign ontvallen: 'we take some of the warmth from you with us'. De band zou de volgende dag namelijk richting een bere koud Rusland vertrekken.
Bezetting:
Larry Coryell - gitaar
website
Victor Baily - bas
website
Lenny White - drums
website
Aantal woorden: 725 woorden.
Onderwerp: LIVE
16 Februari '06 - 21:33
Uniek Private Concert John Scofield in Eemnes
Door Mieke Kreunen en Hans Speekenbrink. Foto's Hans Speekenbrink (klik voor vergroting)
Zo ben je van plan om de avond lekker thuis door te brengen en het volgende moment ben je onderweg naar een uniek optreden in een jazzcafé in Eemnes. Dat overkwam ons gisteren toen we plotseling de kans kregen om vanuit
Brasserie & Bar 'Wakker' verslag te doen van een private optreden van niemand minder dan internationale top-gitarist John Scofield, met een begeleiding bestaande uit Hans van Oosterhout (d), Hans Mantèl (b) en Ferdinand Povel (s).
Doordat het een op het laatste moment ingelast concert was, en pas twee dagen bekend, speelde Scofield voor slechts zo'n honderd jazzliefhebbers, waaronder veel jazzmuzikanten. Wij zagen er onder andere René van Beeck, Ed Verhoeff, Joris Roelofs, Ton Roos en vele anderen. De sfeer was relaxed en informeel. Er heerste een aangename spanning in de sfeervol ingerichte Brasserie van eigenaar en jazzliefhebber Adrie Hoogland. Hij vertelde ons van zijn plannen om van Wakker een toonaangevend jazzpodium te maken. Zo was Monty Alexander er pas, nu Scofield en andere grote namen zouden volgen. Iedereen was in afwachting van Scofield die om even over negen met zijn gitaarkoffer in de hand via de cafédeur binnen liep. Om half 10 begon het concert. Scofield had zich al even tussen het publiek gemengd en nam plaats links op het podium.
Daar neemt hij meteen de leiding in het verdelen van de solo's in de verschillende nummers waarin hij zijn collega's ruimschoots aan bod laat komen, maar ook zelf laat horen waarom hij tot de absolute gitaristen-top hoort. Wat een fenomeen die man! Wat een fantastisch gitarist, die gaandeweg de avond vordert, zijn collega-muzikanten weet te verleiden het onderste uit de kan te halen en met hem te 'dueleren'. Scofields gitaar zingt, snijdt en scheert roekeloos langs de afgrond om dan vervolgens toch weer op te gaan in het thema van het nummer. Zijn aanpak is bijzonder avontuurlijk. Ferdinand Povel (ook geen kleine jongen) lijkt er in eerste instantie een beetje van in de war te raken. Scofield laat door gebaren en lichaamstaal merken dat hij niet van hem verwacht dat hij passief en bescheiden wacht tot het zijn beurt is om te spelen, maar in plaats daarvan als een gelijkwaardige speler brutaal zijn plaats als saxofonist opeist om samen met hem te improviseren. Naarmate de avond vordert pakt hij die rol. Ook Hans Mantèl krijgt regelmatig gebaren en suggesties van Scofield die er duidelijk een swingende dampende avond van wil maken. Dat lukt voor een groot deel ook. Hans van Oosterhout die volledig in zijn element is ("dit is een droom van mij") voelt goed in en heeft weinig aanwijzingen nodig. Scofield staat dan ook regelmatig instemmend naar zijn spel te kijken en te luisteren.
Nummers die voorbij komen zijn: 'Do you know what it means to miss New Orleans', 'Out of nowhere', 'Pennies from heaven', 'If you could see me now', de John Lovano compositie 'Blackwells message' en van de cd 'Hand Jive': 'Do Like Eddie'.
John Scofield heeft het duidelijk heel erg naar zijn zin in Wakker en maakt geregeld oogcontact met het publiek. "What a great room to play jazz in", geeft hij te kennen. Dit is jazz zoals jazz moet zijn. In de pauze komt Scofield nog even een praatje maken waarbij hij heel vertrouwelijk zijn hand op Mieke's schouder legt. Het lijkt allemaal onwerkelijk. Aanstaande vrijdag staat hij weer in de grote zaal van het Muziekgebouw met het Metropole Orkest te spelen. Jazzpodium.nl zal er weer bij aanwezig zijn om verslag te doen.
Aantal woorden: 648 woorden.
Onderwerp: LIVE
14 Februari '06 - 19:33
Scandinavische Jazz van Bobo Stenson in Lantaren/Venster
Door René de Hilster. Foto's van Job Groot en Fred van Wulften (klik voor vergroting)
Het was lekker druk in Rotterdamse theater
Lantaren Venster. Behoorlijk wat mensen waren afgekomen op het enige Nederlandse concert van het Bobo Stenson trio in het kader het Rotterdamse Tegentonen festival. Opvallend was het aantal jongeren in het publiek. Op zich een goed teken en zo krijgen de 'jazz is dood' roepers hopelijk geen gelijk.
Men was zeker niet voor niets gekomen, want het concert was fenomenaal. Het Bobo Stenson trio stak in grootse vorm en schotelde ons een concert voor met louter hoogtepunten. Een trio van formaat. Toch zal niet bij iedereen meteen een bel gaan rinkelen bij het horen van de naam Bobo Stenson. Stenson, geboren in 1944, is een pianist uit Zweden. Hij is vooral bekend geworden door zijn samenwerking met saxofonist/fluitist Charles Lloyd, maar werkte ook in zijn eigen land en daarbuiten met o.a. Sonny Rollins, Stan Getz en Gary Burton. Bobo Stenson heeft zonder twijfel het één en ander van pianist Bill Evans opgestoken en ook Keith Jarrett is hem niet vreemd, maar Stenson weet door toevoeging van invloeden vanuit zijn eigen achtergrond tot een eigen manier van spelen te komen. Het resultaat is een zeer lyrische, melodieuze en toch verassende stijl.
De bassist van het trio is Anders Jormin, een vaste kompaan van Bobo Stenson. De Zweed Anders Jormin (1957) heeft binnen en buiten de jazzwereld een grote naam en wordt gezien als autoriteit op de contrabas zowel als performer en als leermeester. Ook Jormin heeft met Charles Lloyd gespeeld en maakte cd's met onder meer Elvin Jones en Don Cherry. Jormin speelt in de lijn van de 'Scandinavische basschool' (Niels Henning-Orsted Pedersen, Jesper Lundgaard, Mads Vinding). Deze stijl kenmerkt zich door een mooie ronde zangerige toon, een lichte beat, zeer virtuoos en inventief. Drummer Jon Fält was de onbekende factor van dit trio, deze opvolger van Jon Christensen is een energieke slagwerker met een groot gevoel voor dynamiek. Hij kan fluisterzacht spelen maar ook donderen.
Het trio begon het optreden met The Enlightener een compositie van Bobo Stenson. Na een mooi gedragen intro zette de drummer een lichte latinbeat neer waarop het stuk verder dreef. Bobo Stenson werkte langzaam naar een hoogtepunt toe waarna het de beurt was aan Anders Jormin om zijn verhaal te vertellen. Het samenspel van het trio had veel weg van de trio's van Bill Evans en Keith Jarrett.. De piano/bas conversaties deden denken aan de samenwerking tussen Evans en Scott Lafo. Toch had het trio een typische eigen sound die ik alleen maar kan omschrijven als Scandinavisch. Het tweede stuk was Seli van Anders Jormin, een vrij stuk met bijzonder fraai baswerk. Na al dit moois werd het nu wel tijd voor iets swingends en dat kwam ook in de vorm van Chromatic Blues. In dit werkje van Bobo Stenson lieten de drie Zweden horen dat ze ook kunnen swingen en overdonderde Jon Fält het publiek met een zeer goede en gestructureerde drumsolo. Via Serenity van Charles Ivens kwam het trio uit bij There comes a time van de helaas te vroeg overleden meesterdrummer Tony Williams. In het intro van dit stuk wist Anders Jormin zijn bas te laten klinken als een laag gestemde fluit, heel mooi en bijzonder. Vervolgens werd een bewerking van Music for a While van Henry Purcell gespeeld waarna het concert werd afgesloten met een 'untiteld composition' van John Coltrane. Het zeer enthousiaste publiek gaf het trio een staande ovatie en toen konden ze niet om een toegift heen. Hiervoor koos Bobo Stenson heel toepasselijk de Gordon Jenkins compositie Goodbye, een waardig slotstuk van een prachtig concert.
Bezetting:
Bobo Stenson - piano
Anders Jormin - bas
Jon Fält - drums
Aantal woorden: 667 woorden.
Onderwerp: CD, LIVE
12 Februari '06 - 23:54
Braam-deJoode-Vatcher presenteren CD 'Change This Song" in Bimhuis
Door René de Hilster met foto's van Hans Speekenbrink (klik voor vergroting)
Het Trio Braam-deJoode-Vatcher bestaat sinds 1989 en speelden in eerste instantie interpretaties van Monk composities. Sinds 2001 worden er voornamelijk composities van Michiel Braam gespeeld. De muzikale inbreng van de trioleden is echter gelijkwaardig, er is dan ook geen duidelijke taakverdeling tussen solist en begeleider. Hierdoor ontstaat een open samenspel wat vooral gebouwd is op interactie, intuïtie en goed naar elkaar luisteren. In deze setting komt de kracht van elke muzikant goed naar voren. Zo wist slagwerker Michael Vatcher met subtiele tikjes, mooi brusheswerk en raak getimde klappen zijn medespelers goed aan te vullen. Ik heb zelden een drummer gezien die zo fluisterzacht en precies kan spelen. Bij een akoestische set als deze is dat wel een voorwaarde. Bassist Wilbert de Joode trok met zijn zuivere strijkwerk en zijn dynamische spel regelmatig alle aandacht naar zich toe, voor mij was hij de spil van het trio. Pianoleeuw Michiel Braam kan de piano laten fluisteren maar ook laten klinken als een stevige onweersbui. Ik hoorde in zijn spel meerdere malen referenties aan Monk maar ook Misha Mengelberg kwam zo nu en dan om de hoek kijken. Zijn composities zijn stuk voor stuk af. Deze composities hebben nogal cryptische titels, het is jammer dat hij gedurende het concert hier niet dieper op in ging.
Op een cd presentatie kom je er natuurlijk niet omheen om een groot deel van je nieuwe cd te spelen. Het trio ging dan ook voortvarend van start met de eerste twee stukken van 'Change This Song' Angsts, Once High wat naadloos overging in Hotch As Ginseng. In het eerste stuk zat een lange vrije improvisatie die naar mijn smaak iets te lang en te ongestructureerd was om te blijven boeien. Het tweede stuk kenmerkte zich door een melodisch sterk thema en een mooie gedragen sfeer.
Ook de rest van de set bestond uit composities van de cd waarin het kenmerk van dit trio, vrije en gearrangeerde passages stijlvol afgewisseld met soms bijna intieme momenten goed naar voren kwam. Vooral het zeer fraai gespeelde Nightsong Aches viel op. In de cd tekst las ik dat tijdens de opening van het Bimhuis deze mooie gedragen, bijna stilstaande, ballad door Braam c.s. werd gespeeld tijdens het openschuiven van de gordijnen achter het podium. Ik kan me het helemaal voorstellen. Wat ontbrak maar niet werd gemist was de swingopvatting. Zo nu en dan waagde Vatcher en de Joode zich aan een stukje swing maar dit klonk erg 'stekelig' en werd meer gesuggereerd dan gespeeld. De tweede set bracht dezelfde kwaliteit. Ook hier waren de meeste stukken afkomstig van de cd met de kenmerkende mix van mooie ingetogen passages, vrijer werk en complexe ritmiek. Het niet al te talrijke maar wel zeer enthousiaste publiek lieten het trio niet gaan zonder een toegift.
Al met al een concert van een sterk spelend trio waar de individuele kwaliteiten ondergeschikt werden gemaakt aan het groepsgeluid en waar het speelplezier van afspatte. Een concert dat zowel mooi is om te horen als leuk is om te zien.
Advies: Als ze bij je in de buurt zijn ga dan zeker kijken.
Bezetting:
Michiel Braam - piano
website
Wilbert de Joode - bas
website
Michael Vatcher -drums
bio
Aantal woorden: 572 woorden.
Onderwerp: LIVE
11 Februari '06 - 17:42
Prijswinnaar Benjamin Herman maakt reputatie driedubbel waar
In een zwaar uitverkocht
Bimhuis vond een (durf ik te zeggen) legendarisch concert plaats. Pure Magie waarbij alles op zijn plaats viel. Dat was niet alleen aan Boy Edgar prijswinnaar Benjamin te danken. Zijn letterlijke en figuurlijke speel-maatjes Goudsmit en Bennink heb ik nog nooit zo goed gefocussed 'bij de les' gezien. Niet dat ze anders niet uitstekend zouden spelen, maar de ultieme spielerei op zijpaadjes bleef ditmaal vrijwel achterwege. Ernst Glerum was zoals onlangs nog bij Borstlap Bennink Glerum, (
link BBG) de onverstoorbare verbindende factor. Han Bennink had zijn drumstel thuis gelaten en deed het die avond alleen met zijn snaredrum, een verzameling stokken kwastjes en een klankschaal-achtig voorwerp als vervanging van de bekkens. Zijn gebruikelijke geniale gekte zoals onlangs bij Michiel Borstlap (
link), bleef die avond tot een minimum beperkt, maar o wat een zeggingskracht weet hij uit die beperkte middelen te halen.
Anton Goudsmit -die ik alleen al de afgelopen maanden bij tal van groepen zag, zoals o.a. Eric Vloemans Figimundi/Summersault. 'Young Vip' Miguel Boelens en in een duo met Oene van Geel- improviseerde er lustig op los. Knap zijn de unisono momenten met Ben Herman, waarbij beiden in dezelfde toonsoort dezelfde melodie of thema spelen. Je zou zeggen dat daar eindeloze oefening aan vooraf moet zijn gegaan. Anton doet dat even uit de losse pols zoals ik hem dat ook bij Miguel Boelens zag doen.
Hoewel er ook onderling veel gelachen werd om elkaars grapjes, was de begeleiding die avond geheel ten dienste van het groepsgeluid en uiteraard van prijswinnaar Herman die ook al met zijn cd 'The Itch' hoge ogen gooide. De de cd eindigde niet voor niets hoog in de lijstjes van de 'beste Jazz 2005' (
link) Behalve het titelnummer 'The Itch' werd ook Benjamin Herman's compositie 'MM te A' (betekent: Micha Mengelberg te Amsterdam) gespeeld. Het thema van dit nummer bleef de hele avond regelmatig opduiken. Indrukwekkend was ook de Ernst Glerum compositie 'De linkerschoen, de rechterschoen'. Een ballad, die geschreven zou kunnen zijn voor Ben en waarin hij de uiterste grenzen van zijn sax verkende. Verder nog 'Red Nose District'. De muziek van die avond riep bij mij beelden op van een wandeling langs grillige steile rotspaadjes met daarbij voortdurend adembenemende vergezichten en panorama's: Avontuurlijk en toch wonderschoon!
De geladenheid bij het publiek in de zaal was maximaal. Die hoge energie was gewoon voelbaar. Een toefgift kon uiteraard niet uitblijven, maar helaas moest ik die missen, met dank aan de Nederlandse Spoorwegen die het al relatief vroeg in de avond onmogelijk maken om nog thuis te kunnen komen.
Benjamin Herman
website
Ernst Glerum website
website
Han Bennink website
website
Anton Goudsmit website
website
Aantal woorden: 501 woorden.
Onderwerp: INTERVIEW, LIVE, VERWACHT
09 Februari '06 - 20:16
Francien en Jesse met 'Muzyka' bij Vrije Geluiden
Tekst en foto's Hans Speekenbrink (klik foto's voor vergroting)
Francien van Tuinen en trouwe begeleider Jesse van Ruller toeren al een tijdje door Nederland met het programma van de gelijknamige cd 'Muzyka'. Ik was tijdens het Uitmarkt jazzprogramma vorig jaar getuige van één van de eerste Muzyka optredens.
Gisteren waren ze in het Bimhuis voor de TV-opnamen van VPRO's Vrije Geluiden.
Muzyka is - voor wie dat nog niet weet - vocale jazzmuziek, gebaseerd op klassieke stukken van onder anderen Skriabin, Debussy en Satie, bewerkt tot jazz, folk, flamenco, fado en tango. Niet uitsluitend jazz dus. Jesse heeft de klassieke stukken bewerkt en van nieuwe eigen arrangementen voorzien en Richard Galliano speelt mee op de cd! De cd is opgedragen aan Francien's vader Tjeerd van Tuinen. Ook initiatiefnemer van Jazzimpuls Bob Hagen heeft zijn bijdrage geleverd aan het idee en concept achter de cd. In het interview met Hans Flupsen (aanstaande zondag) zullen Francien en Jesse daar meer toelichting op geven.
Francien's karakteristieke melancholische stemgeluid geeft de muziekstukken, die gaan over gemis en verlangen, een bijzondere meerwaarde. De composities 'Falling' en 'We Lose' waren gekozen om op te nemen. Percussionist Bart Fermie kon er niet bij zijn en werd vervangen door trouwe invaller Joshua Samson, die er tijdens het Uitmarktoptreden ook bij was.
Na afloop had ik nog even gelegenheid om met Francien te praten en vroeg haar hoe het negatieve verslag van Brabants Dagblad journalist Rinus van der Heijden, dat door enkele jazzsites klakkeloos is overgenomen, op haar over was gekomen. Zij was er zelf nog niet van op de hoogte maar Jesse wel. Ze gaf te kennen niet verbaasd te zijn omdat van der Heijden, naar haar, zeggen nog nooit iets positiefs over haar geschreven heeft:
"Ik weet niet wat die man tegen mij heeft maar het is altijd uiterst negatief wat hij over mij schrijft. Het was juist een leuk optreden in Paradox, we hadden veel plezier en het ging erg goed."
Als het even goed ging als tijdens de opnames van Vrije Geluiden, die in één take op de band stonden, dan kan het ook heel goed zijn dat Van der Heijden zijn avond niet had. Oordeel zelf op zondag 12 februari op Nederland 3 om 11:00 uur 's morgens.
Vrije Geluiden:
website (tip: abonneer je op de nieuwsbrief)
Francien van Tuinen:
website
Bezetting:
Francien van Tuinen - zang
Jesse van Ruller- gitaar
Maarten van der Grinten - gitaar
Jeroen Vierdag - bas
Sebastiaan Kaptein - drums
Joshua Samson - percussie
Aantal woorden: 454 woorden.
Onderwerp: LIVE
05 Februari '06 - 21:26
Hein van de Geyn's Baseline in Bimhuis
Door Mieke Kreunen met foto's van Hans Speekenbrink (klik voor vergroting)
De tweede helft van het
dubbelconcert wordt verzorgd door Hein van de Geyn's Baseline. De aankondiging luidt: "Baseline 'gaat over melodie, sfeer en sound', zo zeggen de musici zelf. Het trio, met als constante het machtige en toch verfijnde basgeluid van Van de Geyn, mengt jazz met Braziliaanse klanken, folk en modern klassiek waarbij de nadruk ligt op subtiele elegantie". We hebben er hoge verwachtingen van en worden niet teleurgesteld.
Vanaf het moment dat Hein van de Geyn, drummer Hans van Oosterhout en gitaris Ed Verhoeff het podium betreden zit de sfeer er meteen in met de standard 'I hear a rapsody' die gevolgd wordt door de new-age-achtige eigen compositie 'Green book', een nummer dat Hein oorspronkelijk schreef voor gitaar. Hein begon ooit met gitaar voordat hij via de basgitaar bij de contrabas en de jazz terecht kwam. Hij en Hans van Oosterhout hebben het vak geleerd in de school van Jack van Poll die zij beschouwden als de Art Blakey van Brabant, zo vertelt Hein tussen twee nummers door. Dat het leven van een jazzmuzikant zich niet altijd vanzelfsprekend ontwikkeld wordt ook duidelijk als Hein vertelt over zijn Amerikaanse en Braziliaanse periodes.
Het bijzondere aan dit trio is dat de bas zo'n grote rol speelt en dat is zowel te horen als te zien want Hein van de Geyn is een genot om naar te luisteren maar ook om naar te kijken. Het is bijna net alsof hij danst met zijn bas waarmee hij tijdens het spelen als het waren versmelt in één beweging. Dit in tegenstelling tot gitaris Ed Verhoeff die op een hele andere manier in de muziek opgaat waarbij de beweging als het ware implodeert in zijn rechterhand en je af en toe alleen wat mimiek ziet in zijn gezicht. Voeg daar nog bij het vloeiende levendige spel van Van Oosterhout en je zult begrijpen dat er ook heel wat te kijken valt bij Baseline. Maar vooral is het genieten geblazen vanwege de schitterende muziek zoals het nummer 'Winter', waarover Hein een aardige anekdote vertelt. Hij was een cd aan het maken met Lee Konitz maar ze kwamen in tijdnood en Konitz moest weg. Hij heeft toen het nummer 'Winter' in verschillende uitvoeringen opgenomen om de cd compleet te maken en tussen de andere nummers doorgeplaatst waardoor het als een rode draad ging functioneren.
Het is aan alles te merken dat Van de Geyn heel veel solo heeft gespeeld. Dat gaat hem heel goed af, zelfs als hij op een bepaald moment een solo voor twéé bassen speelt in het nummer dat begint als 'Fridge Blues' maar in het midden overgaat in 'Basic blues'. Het is leuk om te zien dat niet alleen het publiek maar ook drummer Van Oosterhout volop zit te genieten terwijl zijn vriend soleert. Na het Braziliaans geïnspireerde 'Maria' en de Miles Davis standard 'Nardis' wordt het concert afgesloten met 'Emerald Dream' dat geschreven werd door Hein en Ed.
Hoewel het laat is besluit het publiek toch dat ze er nog ééntje gespeeld moet worden en dwingt na een aanvankelijke aarzeling toch nog een toegift af. Het wordt een 'Phantasy in A'-solo van Hein die door Ed Verhoeff wordt opgepakt en voortgezet met 'Someday my prince will come'.
Dit is het soort jazz waar ik met volle teugen van geniet, net als de muzikanten trouwens die er ook zichtbaar plezier in hebben. Dan heb ik het natuurlijk over het fantastische, nu eens tedere en dan weer meeslepende spel van Hein van de Geyn, het poëtische drumwerk van Hans van Oosterhout en het zinderende gitaarspel van Ed Verhoeff.
Baseline is op 4 maart nog te zien in
Lantaren/Venster in Rotterdam maar wie Hein van de Geyn wil zien spelen kan ik ook het programma
Two portraits of Chet Baker aanraden waar we eerder in dit magazine over schreven.
Hein van de Geyn -
website
Hans van Oosterhout -
website
Ed Verhoeff -
website
Geïnteresseerd in een CD?
Meets Lee Konitz
Hein Van De Geyn
Aantal woorden: 698 woorden.
Onderwerp: LIVE
04 Februari '06 - 12:56
Good old jazz - Soesja Citroen in Bimhuis
Door Mieke Kreunen, Foto's Hans Speekenbrink (klik voor vergroting)
'The Singer & The Songwriter' heet het programma waarmee Soesja Citroen het eerste deel van het dubbelconcert in het Bimhuis voor haar rekening neemt. Na de pauze staat Hein van de Geyn's Baseline geprogrammeerd maar daarop kom ik terug in een apart artikel. Wel is het opmerkelijk dat de twee programma's echt helemaal niks met elkaar gemeen hebben behalve het feit dat de hoofdpersonen - Soesja Citroen en Hein van de Geyn - allebei 25 jaar professioneel jazzmuzikant zijn. Normaal gesproken ligt het niet voor de hand om musici met elkaar te vergelijken maar als ze samen staan geprogrammeerd ontkom je er bijna niet aan en wordt het contrast nadrukkelijk zichtbaar.
Soesja Citroen is naast jazzzangeres ook songwriter en dat betekent dat in haar programma vooral eigen werk te horen is. Melancholie is een belangrijk thema bij Soesja Citroen en dat komt bijna in al haar teksten terug. Haar nummers zijn melodische ballads over verloren liefdes en vergane tijden. Deze melancholische uitstraling roept een sfeer op die ondersteund wordt door de begeleiding van bassist Ruud Ouwehand en pianist Berend van den Berg, hoewel zij ook van tijd tot tijd wat eigen ruimte opzoeken.
Dat Soesja kàn scatten horen we in 'I ain't get any younger' (gebaseerd op een blues van Benny Carter) maar naar mijn idee heeft dat haar voorkeur niet, te meer omdat haar zelfgeschreven teksten een belangrijke rol spelen in de nummers. Dat nostalgie een belangrijk thema voor haar is wordt ook duidelijk als ze zegt dat ze vaak geïnspireerd wordt door oude 78-toerenplaten. Het nummer 'Good old jazz', gaat over het afstoffen van die mooie oude platen met hun prachtige hoezen. Ook over haar ouders schreef ze teksten bijvoorbeeld het nummer 'Song for Ma' over haar moeder, die de prachtigste geluiden wist te toveren uit haar Bechstein, en in 'Don't cry baby' over haar vader die van huis moest. Deze twee songs zijn tevens de titelsongs van haar laatste CD's - Song for Ma uit 1991 en Don't cry baby uit 2005 - waarvan de laatste prominent in een koffertje op het podium stonden te pronken (zie ook linkje hieronder). Over mannen hoef je Soesja niets meer te vertellen, zo zingt ze in 'Wise women know', een nummer geïnspireerd op blues-zangeres Alberta Hunter, want ze proberen het gewoon steeds weer: 'Samba with the blues'.
Soesja Citroen en haar begeleiders zijn vakmensen en verzorgen een aangenaam jazzconcert dat in mijn ogen uitstekend tot zijn recht komt in een jazzclub of via de CD bij de open haard. Voor de liefhebbers van vuurwerk en muzikale ontdekkingstochten is dit programma echter wel te braaf.
Bezetting
Soesja Citroen - zang
Berend van den Berg - piano
Ruud Ouwehand - bas
Linkje voor de CD
Don't Cry Baby
Soesja Citroen
Aantal woorden: 488 woorden.
Onderwerp: VERWACHT
02 Februari '06 - 17:21
Jazzmaand februari: concerttips
Foto's Hans Speekenbrink (klik voor vergroting)
Ook februari heeft weer veel te bieden: vanavond in het
Bimhuis het Marty Ehrlich Quartet. Morgen Soesja Citroen en Hein van de Geyn's Baseline. Zaterdag oriëntale jazz met de Istanbul Vibes Barana &Co. Zondagmiddag 5 februari Finse jazz met het Five Corners Quintet en 's avonds muziek van cool jazz-goeroe Lennie Tristano (leermeester van o.a. Lee Konitz) door het Jazz Orchestra of the Concertgebouw.
Op 8 februari 'Te experimenteel voor popmuziek, te ruig voor jazz: Blast' en verder die week op donderdag prijswinnaar Benjamin Herman met zijn quartet en op vrijdag Trio Braam-de Joode-Vatcher, die hun nieuwe cd "Change this Song" presenteren (over componist Michiel Braam en zijn Bik Bent Braam schreven we pal hieronder in dit magazine). Zaterdag vervolgens het Amsterdam-Roma Jazz Quartet met Italiaanse invloeden en de dag daarop Joegoslavische jazz van Boris Kovac & la Campanella.
Het blijft een erg internationale maand in het Bimhuis want op donderdag 13 februari speelt Duitse rietblazer Gebhard Ullmann met zijn groep "Conference Call" terwijl op vrijdag 17 februari Yuri Honing (foto midden) met zijn 'Wired Paradise'
de CD Temptation presenteert! (afgelast in verband bet schouderblessure)
Evan Parker-sopraansax, tenorsax, Misha Mengelberg-piano (foto links) zijn die zaterdag op het podium te zien en dan op woensdag de 22e de Amerikaanse topper Don Byron (foto rechts) met zijn Ivey Divey Trio! Drummers Double Bill is een idee van slagwerkers Arend Niks en Rob Verdurmen, met o.a. Corrie van Binsbergen op gitaar! Dat alles is geïnspireerd door teksten van Jan Wolkers. Vrijdag 24 februari presenteert de Utrechtse pianist Robert Rook (trio & Quartet) de nieuwe CD "Dangerous Cats" en de dag daarop komt Sean Bergin met Song MOB, een grote bezetting met o.a. Ernst Glerum en Han Bennink: jazz met Zuid Afrikaanse invloeden! Tot slot op zondag 26 februari Italiaan Rosario Giuliani-altsax/sopraansax en Jean-Michel Pilc op piano.
Lantaren/Venster in Rotterdam gooit hoge ogen met het Noorse Bobo Stenson Trio op zaterdag 11 februari onder de verzamelnaam 'Rotterdamse Tegentonen', waarbij ook Supersilent zal optreden. Daarvoor op 8 februari dan eindelijk iCompani (zie
recensie in dit magazine). Verder op twee maandagen 'Nu Moon Laboratory'. Op 18 februari vormen Bert van de Brink en Jesse van Ruller een duo. Funky Jazz & Lounge wordt verzorgd door Buzz Bros Band op 23 februari. Meer jazz en lounge door het Lounge Art Ensemble, met Peter Erskine, Bob Sheppard en Dave Carpenter.
Paradox Tilburg heeft morgen Belgische slagwerker Teun Verbruggen, die pas nog met het Jef Neve Trio in het Bimhuis was, en de IJslandse gitarist Hilmar Jensen. Jozef Dumoulin en de Amerikaanse bassist Trevor Dunn zijn ook van de partij. Vrijdag een week later het Amina Figarova Sextet. De week daarop dan eindelijk in Paradox Young Vip Tour: Miguel Boelens Kwintet & Trio Robinson, Freitag & Caruso (zie onze recensies Young Vips en RF&C in Vrije Geluiden). Weer een week later op vrijdag 24 februari, wederom Figimundi met Eric Vloeimans Harmen Fraanje en Anton Goudsmit.
Meer tips van andere podia volgen spoedig.
Aantal woorden: 510 woorden.
Onderwerp: LIVE
01 Februari '06 - 16:04
Bik Bent Braam: “De spannendste muziekmachine van dit moment”
Tekst: Jacco Reijnhoudt en Hans Speekenbrink, foto's Hans Speekenbrink
(klik voor vergroting)
"De spannendste muziekmachine van dit moment", schreef Volkskrantrecensent Koen Schouten destijds. Een veelgebruikte quote inmiddels, want sindsdien is BBB op deze omschrijving bijna nog beter in Google te vinden dan op hun eigen naam. Bik Bent Braam is het concept van pianist/componist Michiel Braam. Zijn aanpak van een bigband is democratisch maar niet alleen daarom uniek. De meeste bigbands worden namelijk strak geleid, Duke Ellington is daar een voorbeeld van. Ellington schreef ook voor individuele bandleden maar gaf zijn musici weinig vrijheid. Een optreden van BBB is te vergelijken met gediciplineerde anarchie: veel vrijheid en desondanks of misschien wel daardoor perfect samenspel.
De eerste set in het Amsterdamse
Bimhuis begint met een soort ouverture, een droogkomische toelichting op het programma. Terwijl de bigband geluiden aan het voorbrengen is en Michiel Braam zichzelf op piano begeleidt, stelt hij de bandleden voor met hun postieve eigenaardigheden. Hij geeft daarbij met veel humor de clichés aan die iedereen herkent die wel eens in een bigband heeft gespeeld. Dit alles met een stem die deed denken aan een Nederlandse nieuwslezer die in de jaren zestig het Polygoonjournaal presenteert. Dit (door de omvang van de band bijna langdradige) gedeelte werd afgesloten met de ringtone ´RingBraam´ die via de site te vinden en te beluisteren is.
Met het project ´13 concerten´ toert BBB door Nederland. Michiel Braam schreef voor elk van zijn dertien bandleden een nummer, waarbij ieder bandlid nadrukkelijk in de schijnwerpers wordt gezet. De bandleden komen tijdens het optreden één voor één naar voren om op hun beurt hun ´ding´ te doen. De volgorde daarvan is kennelijk niet bij voorbaat vastgelegd, want regelmatig zien we bandleden hun vinger opsteken. Trombonist Wolter Wierbos heeft daarbij de rol van de nar. Hij mag inbreken wanneer hij maar wil en gedraagt zich prettig gestoord. Duidelijk is dat Michiel de nummers heeft afgestemd op de persoonlijkheid en kwaliteiten van de muzikanten. In veel gevallen kreeg het bandlid dat in de schijnwerpers stond bovendien de regie van wat er ging gebeuren op het gebied van o.a. interactie of de volgorde van het nummer. Deze werkwijze stond garant voor een enorme dosis spontaniteit op het podium.
De concertjes zaten vol verrassingen, onorthodoxe en dolkomische creatieve invallen. Zo zette trombonist Wolter Wierbos een perfecte Donald Duck neer met zijn instrument en hoorde het publiek Jan Willem van der Ham iets doen dat zelden voorkomt: improvisaties op een fagot. Imposant was de presentatie van Patrick Votrian met zijn gigantische bastuba. De hoorn gebruikte hij op een komische manier als een mond om tegen de piano te praten (zie foto) of om een 'verbaal' gevecht aan te gaan met de drums.
De grote contasten waren opvallend, bijvoorbeeld wanneer trompettist Angelo Verploegen swingend in de jazztraditie bleef, speelde de rest er ´abstract´ doorheen. Het is ontzettend knap om als bigband net zo´n flexibel samenspel neer te zetten alsof het een kleine bezetting betreft.
Omdat niet alles vast staat maakt het spelen in deze bigband voor de muzikanten natuurlijk ook zeer afwisselend en verassend en het plezier dat de musici er zelf in hadden was dan ook duidelijk zichtbaar voor het publiek. Kortom een zeer afwisselend project op het gebied van stijl en samenspel.
Wie 13 verschillende concertjes op een avond wil zien die allemaal op zichzelf staan moet zeker naar een optreden van deze meest creatieve bigband van Nederland gaan, die ook in het buitenland niet onopgemerkt gebleven is getuige de quote: "If anyone needs proof of the vitality of Dutch jazz, he (or she) needs look no further than Bik Bent Braam." (All Music Guide).
Bezetting
Michiel Braam-piano
site
Wilbert de Joode-contrabas
site
Joop van Erven-slagwerk
Frans Vermeerssen-tenorsax baritonsax
site
Frank Gratkowski-altsax, klarinetten
site
Jan Willem van der Ham-altsax, fagot
Bart van der Putten-altsax, klarinet
site
Peter Haex-tenortuba
Patrick Votrian-bastuba
Eric Boeren-cornet
site
Angelo Verploegen-trompet,
Wolter Wierbos-trombone
site
Hans Sparla-trombone
CD-linkjes
Aantal woorden: 742 woorden.